Invoeringswet Omgevingswet ter consultatie

Op 5 januari 2017 is de internetconsultatie van de Invoeringswet Omgevingsbesluit gestart. De Invoeringswet bevat onder meer het overgangsrecht en regelingen voor schadevergoeding, punitieve handhaving (boetes) en een digitale voorziening in de Omgevingswet. Met de Omgevingswet (Ow), die in maart 2016 door de Eerste Kamer is aangenomen en naar verwachting in het voorjaar van 2019 in werking zal treden, wordt het omvangrijke omgevingsrecht gebundeld in één wet voor de fysieke leefomgeving. In dit artikel worden enkele onderdelen uit de Invoeringswet Omgevingswet belicht.

Regelingen voor schadevergoeding (hoofdstuk 15 Ow)
De huidige regels ten aanzien van het vergoeden van schade zijn versnipperd over een aantal regelingen. Bij vermeende waardedaling van onroerend goed ten gevolge van de inwerkingtreding van een ruimtelijk besluit, is de planschaderegeling uit de Wet ruimtelijke ordening de aangewezen weg. Omzetverlies van een winkel door werkzaamheden aan de openbare weg kan worden gecompenseerd op grond van gemeentelijke nadeelcompensatieverordeningen (en in de toekomst de Algemene wet bestuursrecht).

Beide vormen van schade vallen straks in de Omgevingswet onder eenzelfde nadeelcompensatieregeling. Een belangrijke wijziging ten opzichte van de huidige regeling is dat schade alleen voor vergoeding in aanmerking komt indien de schade daadwerkelijk wordt geleden. Op grond van de huidige wetgeving is de planologische mogelijkheid van schade voldoende, denk aan een bestemmingsplanregel die een hogere bouwhoogte mogelijk maakt bij de buren zonder dat de opbouw daadwerkelijk gerealiseerd is. De reden voor deze wijziging is de wenselijkheid om globale functies in omgevingsplannen op te nemen, zonder dat deze plannen direct leiden tot een schadevergoeding.

Punitieve handhaving (hoofdstuk 18 Ow)
Punitieve handhaving is gericht op het bestraffen van een overtreder door bijvoorbeeld het opleggen van een geldboete. Hiermee onderscheidt punitieve handhaving zich van een herstelsanctie die, zoals het woord al zegt, gericht is op het ongedaan maken van de overtreding en daarmee het herstellen van de illegale situatie. Ingeval een overtreding niet meer ongedaan kan worden gemaakt, ligt het opleggen van een bestraffende sanctie in de rede.

De huidige wetgeving kent het instrument bestuurlijke boete (o.a. Woningwet) en de bestuurlijke strafbeschikking (Wet economische delicten). Beide instrumenten blijven onder de Omgevingswet bestaan en worden zelfs uitgebreid.

Digitale informatievoorziening (hoofdstuk 20 Ow)
Met de Omgevingswet worden niet alleen de materiële regelingen gebundeld, maar ook de ICT-voorzieningen middels het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Met het DSO kan zowel het indienen van aanvragen, het doen van meldingen en het inzien van ruimtelijke besluiten via één digitaal loket worden geregeld. Nu zijn bestemmingsplannen te raadplegen op ruimtelijkeplannen.nl en kan men voor een aanvraag omgevingsvergunning terecht in het Omgevingsloket Online. Met één digitaal systeem moet de samenhang tussen de regels van het omgevingsrecht inzichtelijker worden en de behandeling van procedures worden verbeterd en versneld.

Overgangsrecht (hoofdstuk 22 Ow)
Bij een omvangrijke stelselwijziging als de invoering van de Omgevingswet is overgangsrecht van belang. Veelal voorziet overgangsrecht in een beschermende werking ten aanzien van verkregen rechten. Zo ook in de Omgevingswet: een omgevingsvergunning die op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verkregen, geldt na inwerkingtreding van de Omgevingswet als omgevingsvergunning op grond van laatstgenoemde wet.

Naast een respecterende werking ten aanzien van bestaande rechten, vindt ook een overgangsfase plaats. Omdat het toekomstige omgevingsplan meer omvat dat een bundeling van bestemmingsplannen (ook enkele verordeningen zullen in het omgevingsplan worden geïntegreerd en een aantal algemene regels wordt ter regulering overgedragen aan decentrale overheden), heeft de wetgever het bevoegd gezag een overgangsfase gegund. De looptijd van de overgangsfase wordt nader bepaald, maar zal naar verwachting tien jaar duren. Deze termijn sluit aan bij de huidige actualiseringplicht uit de Wet ruimtelijke ordening, waarbij het bevoegd gezag wordt opgedragen om bestemmingsplannen elke tien jaar te actualiseren.

Een aantal gemeenten is al een pilot gestart waarbij wordt geëxperimenteerd met omgevingsplannen. De ervaringen van deze gemeente kunnen gebruikt worden om de overgangsfase soepel te laten verlopen.

Hoewel de inwerkingtreding van de Omgevingswet nog even op zich laat wachten, verdiepen wij ons alvast in de veranderen die de stelselwijziging van het omgevingsrecht met zich meebrengt.

Catch Legal, Merel Brinkman.
Meer weten? Neem gerust contact op of klik hier.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal