Afdeling niet te spreken over wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht

In een eerdere nieuwsflits schreven wij over het wetsvoorstel tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht naar aanleiding van het Varkens in Nood-arrest. Dit wetsvoorstel lag tot en met 15 mei online ter consultatie. Er zijn negen reacties op het wetsvoorstel geschreven. Begin juni heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een advies aangegeven hoe de hoogste bestuursrechter denkt over dit wetsvoorstel. Het advies is kort en simpel: Dien het wetsvoorstel niet in, omdat dit zal leiden tot aanzienlijke vertraging bij de behandeling van omgevingsrechtelijke procedures. 

Het wetsvoorstel 

Het wetsvoorstel is tot stand gekomen naar aanleiding van het Varkens in Nood-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de nationale uitspraken die hierop volgden. In dit arrest kwam namelijk kort gezegd naar voren dat de toegang tot de rechter in Nederland met betrekking tot milieuzaken in strijd is met het Verdrag van Aarhus. Dit komt omdat het huidige artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) regelt dat wanneer een belanghebbende tijdens de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (uov) geen zienswijze heeft ingediend tegen een ontwerpbesluit, daarmee automatisch het recht om in beroep te gaan vervalt. Het wetsvoorstel verandert dit zodat voortaan bij milieubesluiten waarop de uov van toepassing is, een belanghebbende die geen zienswijze heeft ingediend, voortaan wél alsnog beroep kan instellen tegen besluiten met aanzienlijke milieueffecten. Daarnaast wordt het voor iedereen die een zienswijze heeft ingediend tegen een besluit met aanzienlijke milieueffecten mogelijk om in beroep te gaan. De verruiming geldt uitsluitend voor procedures tegen besluiten die zijn omschreven in de Regeling beroep aanzienlijke milieueffecten (Bijlage 4 bij de Awb). 

Kritiek Afdeling 

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) ontraadt in het advies de minister voor Rechtsbescherming om het wetsvoorstel in te dienen. De Afdeling voorspelt dat het lastig kan zijn om vooraf te beoordelen of een besluit onder de Regeling beroep aanzienlijke milieueffecten valt. Daardoor verplicht het wetsvoorstel de bestuursrechter om al in de ontvankelijkheidsfase (voordat het geschil inhoudelijk wordt beoordeeld) complexe juridische beoordelingen te verrichten. Voor burgers is het daarnaast lastig te begrijpen of zij toegang tot de rechter hebben en of de uov van toepassing is. Ook voor procesjuristen is het een lastige beoordeling, omdat zij niet aan de hand van puur juridische criteria kunnen bepalen of een besluit onder de Regeling beroep aanzienlijke milieueffecten valt. Hiervoor is bijvoorbeeld technische kennis nodig.   Deze uitgebreide toets in de ontvankelijkheidsfase zal volgens de Afdeling leiden tot vertraging bij de behandeling van omgevingsrechtelijke procedures. Hiermee is de Nederlandse samenleving niet gediend. Daarnaast geeft de Afdeling aan dat er een beter alternatief beschikbaar is.  

Alternatief 

De Afdeling stelt voor om artikel 6:13 van de Awb te schrappen, voor zover deze betrekking heeft op zienswijzen. Dit houdt in dat een belanghebbende beroep kan instellen tegen een besluit, ook al heeft hij geen zienswijzen ingediend. Dat dit ook geldt voor zaken buiten het omgevingsrecht, is volgens de Afdeling geen probleem, omdat artikel 6:13 van de Awb vooral relevant is voor milieuzaken en binnen het omgevingsrecht. Daarnaast stelt de Afdeling voor om de bepalingen die niet-belanghebbenden het recht geven om zienswijzen in te dienen (artikel 3:15 van de Awb), te schrappen.  

Tot slot 

Kijkend naar het nu al zwaarbelaste rechterlijke apparaat is het advies van de Afdeling goed te volgen. Het voorgestelde alternatief van de Afdeling kunnen we dan ook volgen, al vragen wij ons af of het geheel afschaffen van artikel 6:13 van de Awb niet tot verdere belasting van de rechtspraak kan leiden. In combinatie met het afschaffen van de ruime zienswijzeprocedure zou dit nog kunnen meevallen, al zou het afschaffen van de zienswijzeprocedure voor niet-belanghebbenden wellicht weer een beperking van rechtsmiddelen kunnen inhouden.  Enfin: Het is nu afwachten of de minister het advies van de Afdeling opvolgt, of het wetsvoorstel als zodanig indient. 

 Heeft u vragen overgehouden na het lezen van deze blog of heeft u een andere bestuursrechtelijke vraag? Neem gerust contact met ons op. 

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal