Dakterrassen in stedelijk gebied

Op 12 september 2018 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak (ECLI:NL:RVS:2018:2970) in een Amsterdamse zaak over de bouw van een dakterras in de binnenstad. Een snelle zoekactie naar dit onderwerp op de website van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State resulteert in twintig uitspraken van afgelopen zomer en evenveel van dezelfde periode vorig jaar. Blijkbaar spelen er iedere zomer nieuwe kwesties rondom de bouw van dakterrassen. Naar aanleiding hiervan leek het mij interessant drie recente uitspraken te vergelijken op de voorwaarden voor de bouw en de belangenafweging die bij de verlening dan wel weigering van de vergunning wordt gemaakt. Dat scheelt uitzoekwerk voor de realisatie van uw dakterras volgende zomer.

Juridisch kader

Voor de bouw van een dakterras is bijna altijd (zie uitspraak 3 hieronder) een omgevingsvergunning vereist. Het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) toetst de aanvraag o.a. op welstandseisen en aan het bestemmingsplan. Wanneer het bouwplan niet past binnen het bestemmingsplan kan het college medewerking verlenen en daarvan afwijken. Hiertoe geeft artikel 2.12, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) drie mogelijkheden: de binnenplanse afwijking (onderdeel 1), de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen ‘kruimelgevallen’ (onderdeel 2) en de uitgebreide buitenplanse afwijking (onderdeel 3). Om een beeld te krijgen van de manier waarop de rechter de belangenafweging en naleving van plan- en beleidsregels bij afwijkingen toetst, bespreek ik hieronder drie uitspraken.

Uitspraak 1: diverse belangen bij binnenplanse afwijkingsmogelijkheid (ECLI:NL:RVS:2018:2970)

Het algemeen bestuur van het stadsdeel Centrum van Amsterdam (hierna: het bestuur) heeft namens het college omgevingsvergunningen verleend voor het intern wijzigen van zolderappartementen in de Utrechtsestraat. Op de percelen zijn dakterrassen niet toegestaan, maar het bestemmingsplan voorziet in een binnenplanse afwijking waardoor onder voorwaarden van het bestemmingsplan kan worden afgeweken. De vergunningen zijn verleend met deze afwijking.

Appellanten zijn allen omwonenden. Zij betogen dat het belang van aanvrager ten onrechte heeft geprevaleerd boven hun belang. Vanwege de ruimte van het gemeentebestuur bij de afwijkingsbevoegdheid toetst de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) terughoudend hoe de belangenafweging heeft plaatsgevonden. Het bestuur moet bijvoorbeeld hebben beoordeeld of sprake is van een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat.

Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling is enige geluidhinder en privacy-afname inherent aan wonen in een stedelijke omgeving (ECLI:NL:RVS:2016:490). Volgens de Afdeling heeft het bestuur in dit geval in redelijkheid kunnen vaststellen dat de privacy-afname van appellanten beperkt is en dat niet aannemelijk is gemaakt dat onaanvaardbare geluidhinder zal ontstaan. Dat het belang van aanvrager heeft geprevaleerd, is aldus niet onredelijk. De Afdeling neemt daarnaast in aanmerking dat de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid blijk geeft van een positieve houding van, in dit geval, de planwetgever ten aanzien van dakterrassen. Het belang van een buitenruimte voor stadsbewoners weegt daarbij zwaar. Bij het voldoen aan alle voorwaarden zoals genoemd in het bestemmingsplan worden dakterrassen daarom in beginsel vergund. Ten slotte heeft het belang van de toekomstige bewoners van het pand bij de vergunningen mee mogen wegen. De omgevingsvergunningen voor de dakterrassen zijn terecht verleend.

Uitspraak 2: beleidsregels bij buitenplanse afwijkingsmogelijkheid kruimelgeval (ECLI:NL:RVS:2018:1928)

De Afdeling heeft zich deze zomer ook uitgesproken over de zichtbaarheid van dakterrassen. Aanvrager woont aan de Amstel, waar dakterrassen van het bestemmingsplan zijn uitgesloten. Wel gelden in dit stadsdeel de Beleidsregels buitenplanse afwijkingen omgevingsvergunning (verder: de beleidsregels), die hun wettelijke grondslag vinden in de in het Besluit omgevingsrecht opgesomde kruimelgevallen. Volgens de beleidsregels wordt een vergunning voor een dakterras verleend wanneer is voldaan aan de voorwaarden. De aanvraag is afgewezen wegens strijd met de voorwaarde over zichtbaarheid vanuit de openbare ruimte. Uit de beleidsregels volgt dat de zichtbaarheid wordt gemeten vanaf het gebouw aan de andere kant van de openbare ruimte. Een denkbeeldige zichtlijn begint op een hoogte van 1,8 meter boven de grond en loopt langs de rand van de gevel naar de hoek van het terrashek. Meten vanaf een gebouw dat ver weg staat, geeft aldus een strengere invulling aan de voorwaarde dan wanneer dat gebouw dichterbij staat.

Aanvrager stelt dat de zichtbaarheidsregel verkeerd is toegepast: het college heeft het zicht ten onrechte gemeten vanaf de dichtstbijzijnde gebouwenrij met een gesloten gevelwand. Deze staat aan de overkant van de Amstel. Het college had moeten meten vanaf de woonboten ín de Amstel, aldus aanvrager. De Afdeling sluit zich daarbij aan. Al eerder had zij uitgemaakt dat woonboten bouwwerken zijn in de zin van de Wabo (ECLI:NL:RVS:2014:1331).

Uitspraak 3: planregels bij vergunningvrij bouwen (ECLI:NL:RVS:2017:762).

Die definitie komt overeen met de definitie uit de beleidsregels. Bovendien zijn woonboten toegankelijk, overdekt en met wanden omgeven, waardoor het ook gebouwen zijn in de zin van de beleidsregels. Het feit dat ze geen onderdeel vormen van een gesloten gevelwand doet daar niet aan af volgens de Afdeling. De zichtbaarheid had gemeten moeten worden vanaf de woonboten. Het gemeentebestuur moet een nieuw besluit nemen.

In Alkmaar zijn vier dakterrassen aangelegd. Het bestemmingsplan maakt dakterrassen op de betreffende percelen mogelijk, mits ze voldoen aan een aantal eisen. Deze eisen zien onder andere op maximale bouwhoogten. Het college heeft een handhavingsverzoek tegen de dakterrassen afgewezen, omdat deze vergunningvrij gebouwd mochten worden.

Appellant stelt dat de planregels omtrent maximale bouwhoogten letterlijk moeten worden uitgelegd: het hekwerk van een dakterras moet vallen binnen de toegestane hoogte van een aan- of uitbouw. Omdat daar in deze gevallen niet aan voldaan wordt, zijn de dakterrassen in strijd met het bestemmingsplan gerealiseerd, aldus appellant.

De Afdeling heeft eerder geoordeeld dat een dakterras geen afzonderlijk bouwwerk is, maar onderdeel uitmaakt van de aan- of uitbouw waarop het gebouwd is (ECLI:NL:RVS:2008:BC4267). Desalniettemin mogen gemeenteraden in hun bestemmingsplannen afwijkende planregels opstellen over de toegestane bouwhoogten van hekwerken en aan- en uitbouwen, zo oordeelt de Afdeling. Volgens de desbetreffende planregels mogen de aan- en uitbouwen maximaal 3,0 en de hekwerken op daken maximaal 1,2 meter hoog zijn. In tegenstelling tot hetgeen appellant betoogt, mag het geheel op grond van het bestemmingsplan dus maximaal 4,2 meter zijn. Nu zowel de aan- of uitbouwen als de hekwerken de maximale hoogten niet overschrijden, zijn de terrassen niet in strijd met het bestemmingsplan gerealiseerd.

Conclusie

Uit de besproken uitspraken blijkt hoe de Afdeling een binnenplanse- of buitenplanse afwijkingsbevoegdheid toetst bij een bouwplan voor een dakterras. In het geval van een binnenplanse afwijking toetst de Afdeling terughoudend of de afweging tussen de belangen van de terrasaanvrager/-eigenaar en die van omwonenden in redelijkheid is gemaakt. Voor zover beleidsregels voorwaarden stellen aan de toepassing van de afwijkingsmogelijkheid, toetst de Afdeling of deze goed zijn toegepast wanneer de beroepsgronden hierop zien. Wanneer het bestemmingsplan zelf de bouw van een dakterras mogelijk maakt, zijn de planregels van toepassing. Ook dan toetst de Afdeling, als dit aan de orde is, inhoudelijk of de regels juist zijn toegepast.

Wilt u een dakterras realiseren en heeft u daar hulp bij nodig? Neem gerust contact op met een van onze juristen. Ze staan u graag te woord.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal