Door middel van het bestuursrecht kan de overheid zowel herstelsancties als bestraffende sancties opleggen. De last onder dwangsom en last onder bestuursdwang zijn herstelsancties. Dat betekent dat ze niet punitief zijn: ze worden niet opgelegd om te bestraffen. De sanctie is bedoeld om de rechtmatige situatie te herstellen en de overtreding op te heffen. Binnen de gegeven begunstigingstermijn moet de overtreder voldoen aan de beschreven last: hij moet iets doen (of niet doen) om de overtreding ongedaan te maken (bijvoorbeeld een bouwwerk verwijderen en verwijderd houden). Als de overtreder niet aan de last voldoet, dan zal het bevoegd gezag handhavend optreden door de dwangsom te innen (bij een last onder dwangsom) of zélf de overtreding ongedaan te maken, op kosten van de overtreder ( in het geval van een last onder bestuursdwang).
Bij spoedeisende bestuursdwang wordt geen begunstigingstermijn opgelegd. In dat geval zal het bestuursorgaan zélf zo snel mogelijk de overtreding ongedaan maken, bijvoorbeeld omdat een brandgevaarlijke of verkeersonveilige situatie is ontstaan. Het bestuursorgaan mag niet meerdere herstelsancties tegelijkertijd opleggen voor één overtreding; ze mogen elkaar wel opvolgen én ze mogen in combinatie met een bestraffende sanctie worden opgelegd.