Fijne leefomgeving met milieuzonering (I): de basis

Deze driedelige blogreeks staat in het teken van milieuzonering. Dit is een ruimtelijk instrument waarmee de gemeente zowel een fijne woon- en leefomgeving creëert, als de milieuruimte van bedrijven beschermt. Milieuzonering is dus belangrijk voor iedereen: de overheid, bedrijven én particulieren. Een uitstekende reden om onze kennis hierover te delen!  

 In dit eerste deel van de blogreeks introduceren wij het onderwerp milieuzonering. Voordat we écht de diepte ingaan in de volgende twee bijdragen, bespreken we de basis van milieuzonering. Deze blog is daarmee geschikt voor de lezer die nog niet erg bekend is met dit onderwerp, of graag zijn of haar geheugen wil opfrissen. Wat is het doel van milieuzonering? Welke afstanden worden gehanteerd? Het antwoord op deze vragen vindt u hier.

Het doel van milieuzonering

Bedrijven voeren activiteiten uit die invloed kunnen hebben op het milieu. Ze produceren geluid, geur en soms zelfs stof. Het plaatsen van een bedrijf op korte afstand van een woning is daarom niet altijd aanvaardbaar. En andersom overigens ook niet. De bewoners van de woning kunnen dan namelijk geluid- of geuroverlast ervaren.

Milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) op gepaste afstand van elkaar worden gerealiseerd. Het doel van milieuzonering is daarbij tweeledig. Aan de ene kant zorgt het toepassen van milieuzonering ervoor dat de leefkwaliteit wordt behouden of vergroot. Rondom de woning wordt een gebied gecreëerd waarbinnen bedrijven geen belastende activiteiten mogen uitvoeren. Dit heet ‘inwaartse zonering’.

Aan de andere kant zorgt deze ruimtelijke scheiding ervoor dat bedrijven niet in een uitbreiding van hun bedrijfsactiviteiten worden belemmerd. In de zone rond het bedrijf mogen dan geen woningen worden gebouwd. Dit heet ‘uitwaartse zonering’.

Hoewel milieuzonering geen expliciete grondslag kent in de wet- en regelgeving, accepteert de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) deze maatstaf wel. Zonering is uiteindelijk ook belangrijk om de goede ruimtelijke ordening te waarborgen. Hierin speelt de gemeenteraad een rol.

De gemeenteraad is verantwoordelijk voor het vaststellen van bestemmingsplannen ten behoeve van de goede ruimtelijke ordening (artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening). Bij het ontwerpen van een bestemmingsplan houdt zij rekening met de wenselijke afstand tussen bedrijven en woningen. Zo wordt milieuzonering vastgelegd in juridisch bindende regels in het bestemmingsplan.

 De VNG-richtafstanden

Maar wat is dan een wenselijke of gepaste afstand? Op welke afstand mag een woningbouwproject naast een agrarisch bedrijf met koeienstallen worden gerealiseerd? De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) schiet te hulp. In een handreiking genaamd ‘Bedrijven en milieuzonering’ geeft de VNG een lijst met richtafstanden per milieucategorie. Een bedrijf uit milieucategorie 1 is het minst belastend voor de omgeving, waardoor de richtafstand tot milieugevoelige functies (zoals woningen) het kleinste is. Denk hierbij aan een apotheek of een meubelstoffeerderij met een bebouwd oppervlak van minder dan 200m3. Een bedrijf uit milieucategorie 6 is het meest belastend en de VNG-richtafstand is dus het grootst. Voorbeelden van bedrijven in deze categorie zijn: een luchthaven, een autocircuit en een ijzeren- en stalenbuizenfabriek.

In onderstaande tabel zijn de richtafstanden per milieucategorie aangegeven.

 

Milieucategorie

Richtafstand (in meters)

1

10

2

30

3.1

50

3.2

100

4.1

200

4.2

300

5.1

500

5.2

700

5.3

1000

6

1500

In de VNG-handreiking wordt voor elk type bedrijf de afstand voor geur, stof, geluid en gevaar voorgeschreven. De grootste afstand bepaalt vervolgens de milieucategorie. Als de richtafstand voor geur 30 meter en voor geluid 50 meter is, dan behoort het bedrijf toe aan categorie 3.1. Voor deze milieucategorie geldt namelijk een richtafstand van 50 meter.

De VNG-richtafstanden zijn nuttig en bruikbaar, maar de gemeenteraad is niet verplicht de handreiking te hanteren (ECLI:NL:RVS:2007:BC0539). De richtafstanden zijn slecht indicatief; dit betekent dat de gemeenteraad kan afwijken van de richtafstand en bijvoorbeeld een kleinere afstand kan gebruiken. Zij moet dan wel kunnen onderbouwen waarom de afstand uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar is. Aan de hand van bijvoorbeeld een akoestisch onderzoek kan de gemeenteraad aantonen dat met andere afstanden ook een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt gegarandeerd (zie ECLI:NL:RVS:2014:3604 en ECLI:NL:RVS:2015:1177). Daarnaast kan de gemeenteraad met het treffen van maatregelen de milieuhinder voor gevoelige functies beperken. Denk hierbij aan een geluidwal of een luchtreinigingsinstallatie. Een motivering van een afwijkende afstand ziet dus op het behoud en de bescherming van het woon- en leefklimaat.

 Rustige woonwijk versus gemengd gebied

In de tabel staan de VNG-richtafstanden zoals deze gelden tussen een bedrijf en een woning in een rustige woonwijk of een rustig buitengebied. In een ‘gemengd gebied’ zijn andere richtafstanden van toepassing. De afstand wordt met een stap verkleind. Dat wil zeggen dat tussen een woning en een bedrijf van milieucategorie 2 in een gemengd gebied, een richtafstand van 10 meter passend is. In een rustige woonwijk zou dit 30 meter zijn.

Een gebied wordt kort gezegd aangemerkt als gemengd gebied wanneer deze langs een drukke ontsluitingsweg ligt, wanneer naast woningen ook andere functies voorkomen (zoals horeca en detailhandel) en/of als sprake is van lintbebouwing. In een gemengd gebied mag meer overlast worden verwacht en bestaat ook al overlast van andere bedrijven en functies die daar aanwezig zijn. Vandaar dat dit type gebied wordt onderscheiden van een rustige woonwijk, waar minder overlast wordt voorzien.

 Van perceelgrens tot gevel

Hiervoor hebben wij besproken welke afstanden de gemeenteraad kan hanteren: de richtafstand van de VNG of een andere afstand die op basis van onderzoek is vastgesteld. Een vervolgvraag is tussen welke ‘punten’ deze afstand moet worden gemeten.

De Afdeling oordeelt dat de VNG-richtafstand geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is (ECLI:NL:RVS:2021:1021). Van perceelgrens tot gevel dus. Meten vanaf het bouwvlak van het bedrijf – in plaats van de perceelgrens waarbinnen de bedrijfsbestemming geldt – is volgens de Afdeling niet juist. Ook buiten de bedrijfsbebouwing op het perceel kunnen namelijk hinderveroorzakende activiteiten plaatsvinden (ECLI:NL:RVS:2020:2968).

Uit deze rechtspraak volgt dat eventuele (planologische) uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf en de woning in de meetwijze worden meegenomen. Bij het bepalen van de gepaste afstand tussen de functies moet het bestemmingsplan dus maximaal worden ingevuld. Op deze manier beschermt milieuzonering de kwaliteit van de leefomgeving én de belangen van bedrijven.

 Tot zover de basis van milieuzonering. In deel 2 van deze blogreeks gaan wij in op de milieuzonering in de praktijk: wanneer is sprake van een rustige woonwijk en wanneer kunnen we spreken over een gemengd gebied?

 Catch Legal, Laura Verhees en Merel Brinkman

Heeft u nog meer vragen over milieuzonering? Houd dan onze website goed in de gaten voor de volgende bijdrage in deze blogreeks, of neem contact op met een van onze juristen.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal