Geluid onder de Omgevingswet: drie veranderingen voor woningbouw

Een definitieve inwerkingtredingsdatum voor de Omgevingswet is er (nog) niet en ook de versnelling van woningbouw staat door verschillende crises onder druk. Toch heeft het kabinet begin dit jaar de ambitie uitgesproken om het aantal nieuwe woningen vanaf dit jaar (2022) te verhogen naar 100.000 per jaar. Op de Nationale Woningbouwkaart is te zien dat veel woningbouwplannen zich bevinden binnen stedelijk gebied. Voor deze nieuwe woningen geldt dat zij worden belast door geluidhinder van verschillende (stedelijke) geluidbronnen. Net als nu, gelden in de Omgevingswet straks normen voor de mate van geluid(hinder) bij geluidgevoelige objecten. Maar welke drie veranderingen brengt de Omgevingswet mee, die relevant zijn voor geluidhinder bij woningbouwprojecten?

Geluid in stedelijk gebied: huidig stelsel

In het huidige geluidregime wordt onder andere door de Wet geluidhinder (Wgh), Wet milieubeheer en de Wet luchtvaart de functie ‘wonen’ (net als andere geluidgevoelige functies) beschermd tegen geluidhinder van verschillende geluidbronnen zoals (spoor)wegverkeer, industrie en luchthavens. Hierna hebben we het in deze blog uitsluitend over woningen.

Als een woningbouwproject bijvoorbeeld binnen een bepaalde afstand van een geluidbron (wegen, spoorwegen en industrie) ligt, gelden de zogenaamde wettelijke voorkeursgrenswaarden en maximale ontheffingswaarden die zijn opgenomen in de Wgh. Een geluidbelasting bij woningbouw onder de voorkeursgrenswaarde is toegestaan. Als de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, zal er nagegaan moeten worden welke maatregelen er getroffen kunnen worden om de geluidhinder te verlagen naar de voorkeursgrenswaarde. Als blijkt dat dit niet haalbaar is, kan het bevoegd gezag een hogere waarde vaststellen tot aan de maximale ontheffingswaarde.

Als een woningbouwproject zich in twee of meer geluidszones van aparte geluidbronnen bevindt (bijvoorbeeld een spoorweg en snelweg), geldt op grond van de Wgh een verplichting om de effecten van de samenloop van die verschillende geluidbronnen te beoordelen. Dit wordt ook wel ‘cumulatie’ genoemd. Cumulatie binnen stedelijk gebied komt steeds vaker voor, doordat in die gebieden verschillende geluidbronnen in de omgeving zijn.

Eén van de pijlers van de Omgevingswet is om (nog) meer lokale afwegingsruimte te bieden. Gevolg hiervan is dat gemeenten voor specifieke gebieden meer nadruk kunnen leggen op een gezonde leefomgeving en geluid. Hoe die lokale maatwerk eruit kan komen te zien, lees je hierna.

1. Hoe om te gaan met vliegtuiglawaai en woningen

Onder de Wgh geldt dat wanneer een woningbouwproject binnen het beperkingsgebied van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) valt, dat bij de cumulatie van de verschillende geluidbronnen luchtvaartgeluid ook wordt meegerekend. In een eerder blog schreven wij al dat luchtvaartgeluid bij gecumuleerde geluidsbelasting een grotere rol krijgt onder de Omgevingswet. Her en der heerst onrust over deze verandering, omdat onder de Wgh vliegtuiglawaai juist een kleinere rol speelt bij de gecumuleerde geluidsbelasting.

Er is niet meteen reden tot paniek als uit de cumulatietoets blijkt dat er sprake is van een ‘slechte’ of ‘zeer slechte’ akoestische kwaliteit. Het doel van het Nederlandse geluidbeleid is immers om een balans te vinden tussen enerzijds de bescherming van de gezondheid van de mens en een goede omgevingskwaliteit en anderzijds ruimte te bieden aan maatschappelijke activiteiten. Als er in een regio bijvoorbeeld een aanzienlijke woningbouwopgave is, kan dit belang het toelaten van woningen op locaties waar geluidhinder plaatsvindt toch rechtvaardigen. En dit beperkt zich niet alleen tot locaties die te maken hebben met geluidhinder van luchtvaartgeluid.

Toch betekent die balans niet automatisch dat woningbouwplannen altijd zomaar doorgang kunnen vinden. Het werkingsgebied van luchtvaartgeluid voor cumulatie wordt namelijk in het nieuwe geluidregime vergroot met 70 procent. In de praktijk kan dit als gevolg hebben dat ook verder weg van grote luchthavens zoals Schiphol, Rotterdam en The Hague Airport vlieglawaai van invloed kan zijn. Afgelopen voorjaar heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat dan ook aangegeven samen met de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening te onderzoeken of er meer ruimte kan worden geboden om maatwerk te leveren specifiek rondom Schiphol (Beantwoording Kamervragen over maatwerkafspraken voor woningbouw, 5 april 2022).

Het voorgaande betekent dat er vroegtijdig aandacht moet worden besteed aan het aspect ‘geluid’ en de te nemen bouwmaatregelen bij nieuwbouw projecten in luchtvaartgebieden. Steeds meer instituten doen ook onderzoek naar ‘geluidadaptief bouwen’. Door geluidadaptief te bouwen kunnen er keuzes worden gemaakt over de situering en vormgeving van de bebouwing waardoor de geluidhinder voor bewoners wordt verminderd. Bij een fieldlab onderzoek van de TU Delft is bijvoorbeeld gekeken naar de beste vormgeving van het gebouw en de te gebruiken materialen om vliegtuiggeluid te beperken. Zij maakten hierbij gebruik van poreuze materialen op de buitenkant van de gevel en van meer schuine vlakken in plaats van rechte gevels.

 2. Transformeren van bestaande gebouwen naar woningen

In het huidige stelsel geldt bij het toelaten van nieuwe functies in een plangebied dat er sprake dient te zijn van een goede ruimtelijke ordening. Onder de Omgevingswet geldt straks, kort gezegd, een zeer vergelijkebare norm voor de invulling van de fysieke leefomgeving (een evenwichtige toedeling van functies aan locaties). Hiervoor is (invloed van) geluid uiteraard relevant, zeker wanneer sprake is van transformatie projecten (bijvoorbeeld van kantoor naar woningen). Kantoor is geen geluidgevoelige functie maar woningen wel. Bij een dergelijke transformatie moet dus worden beoordeeld of nog wordt voldaan aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (zie artikel 5.78w van het Bkl).

Onder huidig recht is overschrijding van de maximale ontheffingswaarde niet mogelijk, maar onder de Omgevingswet kan dit wel. Dit is mogelijk onder de voorwaarde dat de grenswaarde met maximaal 5 dB(A) wordt overschreden. Als dus uit een geluidsbeoordeling voor nieuw te bouwen woningen blijkt dat de grenswaarde wordt overschreden, kan de gemeente er alsnog voor kiezen om woningbouw toe te laten tot 5 dB(A). Als de gemeente een hogere grenswaarde toestaat dan zal de gevel waarop de grenswaarde wordt overschreden in het omgevingsplan aangeduid worden als ‘niet-geluidgevoelige gevel’ (zie artikel 5.78aa, tweede lid, van het Bkl).

De Omgevingswet biedt hiermee meer flexibiliteit voor het toelaten van gebouwen met een woonfunctie, op locaties waar de grenswaarde wordt overschreden. Wel moet worden gezorgd dat de overschrijding van de grenswaarde zoveel mogelijk beperkt wordt door het treffen van geluidbeperkende maatregelen zoals we die nu ook kennen.

3. Gelijkwaardige bouwkundige maatregelen voor de dove gevel

In een eerder blog schreven wij al dat de dove gevel onder de Omgevingswet een niet-geluidgevoelige gevel wordt. Als in een omgevingsplan een geluidgevoelig gebouw wordt toegelaten in een omgeving waar de grenswaarde wordt overschreden, is het mogelijk om alleen bouwkundige maatregelen te treffen ter plaatse van een raam of deur die open kan (zie artikel 5.78y van het Bkl). Het is dus niet meer vereist voor de realisatie van een dove gevel dat de ramen of deuren op de gevel helemaal niet open kunnen (zoals nu wel het geval is). Ook hoeft er niet meer op de gehele gevel een geluidwal te worden geplaatst die fungeert als geluidscherm.

Het is wel van belang dat de te openen delen goed afgeschermd worden door het treffen van andere bouwkundige maatregelen en dat de hele geluidwerende constructie voldoet aan andere bouwkundige eisen. Denk hierbij aan de vereisten van daglichttoetreding, luchtverversing en spuiventilatie. Als er bijvoorbeeld gekozen wordt voor een oplossing met een afsluitbaar balkon of afsluitbare loggia zal de geluidwerende constructie niet in de weg mogen staan aan het beluchten en ontluchten van het gebouw. De loggia zal dan bijvoorbeeld moeten worden voorzien van een niet-afsluitbaar luchtrooster. Het rooster zal in sommige gevallen ook geluiddempend moeten zijn.

Pittige kost, dus we ronden af

Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen er meer kansen liggen voor de huidige woningbouwopgave. Gemeenten hebben immers de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Woningbouwontwikkelaars kunnen op hun beurt voor de situering, vormgeving en geluidwerende maatregelen meer maatwerk leveren. Geluid, het blijft een pittig onderwerp maar we ontkomen er niet aan in ons dichtbevolkt land(je).

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal