Een ingrijpende herinrichting?

Is het verharden van een pad, en wel het Reuselpad te Tilburg, een ingrijpende herinrichting? De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State laat zich daar in de uitspraak van 22 juni 2016 over uit (ECLI:NL:RVS:2016:1749). Daarbij gaat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State voor het eerst in op de toepassing van artikel 4, onderdeel 8, van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht.

Allereerst een korte schets van de zaak. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg (hierna: het college) heeft op grond van artikel 4, onderdeel 8, van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor) een omgevingsvergunning verleend voor het verharden van het Reuselpad. De verharding van 405 meter zal gerealiseerd worden door middel van het leggen van oude gebruikte klinkers op het bestaande pad. Het verlenen van de vergunning stuitte op verzet van omwonenden en gebruikers van het gebied.

De appellanten in onderhavige zaak zijn van oordeel dat het verharden van het Reuselpad niet op grond van voornoemd artikel kon worden verleend omdat geen sprake is van een niet-ingrijpende herinrichting van het openbaar gebied. Zij voeren hiertoe aan dat omvangrijke en ingrijpende werkzaamheden nodig waren om de verharding te realiseren, waardoor de bodem is aangetast en de uitstraling van het gebied is veranderd. Voorts voeren appellanten aan dat het college niet de gevolgen voor de omwonenden en gebruikers van het gebied heeft meegewogen bij de beantwoording van de vraag of het verharden van het Reuselpad als niet-ingrijpende herinrichting kan worden aangemerkt. Zo is bijvoorbeeld niet onderzocht of de verharding leidt tot een toename van het verkeer.

Bij de beoordeling van de gronden verwijst de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) naar de Nota van Toelichting (Stb. 2014/333, blz. 54) waarbij ten aanzien van artikel 4, onderdeel 8, van Bijlage II bij het Bor staat vermeld dat bij het beantwoorden van de vraag of al dan niet sprake is van een herinrichting van openbaar gebied, onder ander de te verwachten gevolgen van de herinrichting voor omwonenden en gebruikers van het desbetreffende gebied zullen moeten worden betrokken. Hierna vervolgt de Afdeling als volgt.

De benodigde werkzaamheden voor de herinrichting mochten dan omvangrijk en ingrijpend zijn, dit betekent volgens de Afdeling niet dat de herinrichting van het gebied zelf als ingrijpend dient te worden aangemerkt. Evenmin wordt volgens de Afdeling in strijd gehandeld met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij acht de Afdeling van belang dat het gaat om het verharden van een bestaand pad waarbij de omvang en de ligging van het pad niet verandert. Het beroep op het achterwege blijven van een onderzoek naar de toename van verkeer kan eveneens niet baten. Het standpunt van het college dat het gebruik door het verharden van de weg niet zal toenemen, hebben appellanten niet kunnen weerleggen. Kortom, het betoog van appellanten is niet succesvol en de omgevingsvergunning is terecht verleend.

De Afdeling laat zich voor het eerst uit over het achtste onderdeel van Bijlage II bij het Bor en draagt daarom bij aan de reeds bestaande kruimeljurisprudentie. Uiteraard zullen wij nieuwe jurisprudentie in de gaten houden!

Catch Legal
Meer weten? Neem gerust contact op.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal