Nieuwsflits: verscherping geluidscontroles Schiphol door voorzieningenrechter afgewezen

Een omwonende van Schiphol heeft naar aanleiding van het verzoek tot het treffen van maatregelen om de geluidsbelasting van Schiphol terug te dringen, aan de voorlopige voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft op 17 april 2018 uitspraak gedaan (ECLI:NL:RBAMS:2018:2443). Uit gegevens die door Luchtverkeersleiding Nederland zijn overgelegd, is gebleken dat de geluidsnormen die zijn opgenomen in de zogeheten vierde baanregel, in 2017 veelvuldig door Schiphol werden overschreden.

In beginsel zou een overtreding van de vierde baanregel moeten leiden tot handhaving door de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport (ILT). Deze heeft echter besloten van handhaving af te zien nu een nieuw geluidsnormenstelsel, het Nieuwe Normen en Handhavingsstelsel (NNHS), op komst is. Dit stelsel zou volgens de ILT moeten zorgen voor een beperking van de geluidsoverlast. De voorzieningenrechter stelt vast dat de ILT, doordat geanticipeerd wordt op de nieuwe regeling, als het ware de huidige overtredingen gedoogt. Het voert volgens de voorzieningenrechter echter te ver om de rechtmatigheid van dat gedoogbeleid te toetsen in deze voorlopige voorzieningenprocedure.

Door de ILT wordt niet weersproken dat wanneer geanticipeerd wordt op een nieuwe regeling, deze regeling uiteraard ook moet worden nageleefd. De voorzieningenrechter beperkt zich derhalve tot de vraag of er concrete aanknopingspunten zijn dat de (toekomstige) regels uit het NNHS niet zijn nageleefd.

Van de 76 dagen dat het aantal vliegbewegingen dat is toegestaan is overschreden, viel deze overtreding volgens de ILT op 64 dagen te verklaren door noodzakelijk onderhoud aan een andere baan. Voor de overschrijding van de overige twaalf dagen gaat de voorzieningenrechter niet mee in het betoog van de ILT dat deze overschrijding onder ‘’onvoorziene of uitzonderlijke omstandigheden’’ zou vallen.

De voorzieningenrechter concludeert dan ook dat de ILT zijn besluit gebrekkig heeft gemotiveerd. Desondanks voert het volgens de voorzieningenrechter op dit moment echter te ver hier conclusies aan te verbinden nu de gebreken aan het besluit niet onomkeerbaar zijn. Daarnaast is van belang dat de bodemprocedure zich nog in de bezwaarfase bevindt, waar er nog een volledige bestuurlijke heroverweging zal plaatsvinden. Vooralsnog zal de ILT door de rechter niet gedwongen worden om over te gaan tot handhaving. Wel weet de ILT dat het besluit beter moet worden gemotiveerd. Met enkele weken weten we hoe de beslissing op bezwaar luidt. Wordt vervolgd…

Meer informatie? Neem contact op met een van onze juristen.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal