Beleidsregels boeteoplegging Wav zijn onredelijk

Al eerder bespraken wij de matiging van boetes op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde op 7 oktober jl. dat de ‘Beleidsregels boeteoplegging Wav 2013’ onredelijk zijn nu er te weinig ruimte voor differentiatie wordt geboden bij de bepaling van de hoogte van de boetebedragen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ter uitoefening van zijn bevoegdheid om bij overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: Wav) een bestuurlijke boete op te leggen de Beleidsregels boeteoplegging Wav 2013 (hierna: Beleidsregels Wav 2013) vastgesteld. In de ‘Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wav’ (hierna: Tarieflijst Wav) is per overtreding een boetenormbedrag vastgesteld. In onderhavig geschil is aan appellant een boete opgelegd omdat appellant een vreemdeling zonder benodigde tewerkstellingsvergunning werkzaamheden heeft laten verrichten in de huishouding van zijn hotel (artikel 2, eerste lid, van de Wav).

In de Tarieflijst Wav is een boetenormbedrag opgenomen van € 12.000,- voor de hier van toepassing zijnde overtreding. De minister heeft in 2013 de hoogte van de boetenormbedragen naar eigen zeggen verhoogd naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving waarmee onder andere de Wav is gewijzigd. Deze wet tracht overtredingen van arbeidswetten strenger aan te pakken. Uit verscheidene onderzoeken is namelijk gebleken dat ondanks de forse verhoging van de boetenormbedragen een groep hardnekkige malafide werkgevers zich niet laat afschrikken door de boetes. Ook lijkt het erop dat voor bepaalde werkgevers de overtreding van de Wav ondanks de boetes nog steeds lonend is, aldus de minister.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) acht het boetenormbedrag van € 12.000,- als bovengrens niet onredelijk voor de beoogde groep van malafide werkgevers. Echter, de minister heeft dit boetenormbedrag volgens de Afdeling moeten differentiëren voor werkgevers die niet tot de voorgenoemde groep behoren. Met andere woorden: het is volgens de Afdeling onevenredig om in alle individuele gevallen onverkort (zonder nadere motivatie) het boetenormbedrag op te leggen.

Door de minister wordt nog een vergelijking gemaakt met het strafrecht. Bij de bepaling van het boetebedrag van € 12.000,- is volgens de minister aangesloten bij de vijfde boetecategorie zoals bedoeld in het Wetboek van Stafrecht. Volgens de Afdeling doet deze vergelijking echter niet af aan het feit dat ook in het strafrecht de hoogte van de boete wordt afgestemd op de overtreder. In de Beleidsregels Wav 2013 is matiging van de boete slechts onder bijzondere omstandigheden mogelijk, terwijl de maximale boetes in het stafrecht niet als uitgangspunt maar als bovengrens gelden.

Ten gevolge van deze uitspraak wordt de minister gedwongen om zijn beleidsregels nader te bezien en meer mogelijkheden te bieden voor differentiatie van het boetenormbedrag. De Afdeling suggereert de invoering van een waarschuwingsbevoegdheid of om terug te grijpen naar de Beleidsregels Wav 2012, waarin lagere boetenormbedragen zijn opgenomen. De maximale boetenormbedragen uit de huidige Tarieflijst Wav kunnen dus niet onverkort worden opgelegd.

De Afdeling sluit zelf aan bij de boetenormbedragen uit de Beleidsregels Wav 2012, aangezien deze beleidsregels in eerdere jurisprudentie niet onredelijk zijn bevonden. In de zaak van 21 oktober jl. matigt de Afdeling de hoogte van de opgelegde boete voor een natuurlijk persoon, onder verwijzing naar de uitspraak van 7 oktober 2015 en conform de Beleidsregels Wav 2012, van € 6.000,- naar een bedrag van € 4.000,-.

Indien u als werkgever te maken krijgt met een boete op grond van de Wav kunnen wij u hier vanzelfsprekend bij adviseren.

Catch Legal, Merel Brinkman.

Meer weten? Neem gerust contact op.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal