Onroerendezaakbelasting in moeilijke tijden

Door de coronacrisis krijgen veel particulieren en ondernemers te maken met financiële klappen. Geld (be)sparen is dan noodzaak. Tegelijkertijd is in 2020 de gemiddelde WOZ-waarde landelijk met 8% gestegen. Naar aanleiding van deze stijging kan ook de onroerendezaakbelasting fors gaan stijgen. Gemeenten gebruiken namelijk de WOZ-waarde om de onroerendezaakbelasting op onroerende zaken in hun gemeente te bepalen. Op deze lijst van de Vaste Lasten Bond is te zien dat in sommige gemeenten de hoogte van de (som van) gemeentelijke belastingen fors is gestegen. Deze stijging maakt geld besparen niet makkelijker. Hoe is het mogelijk dat sommige particulieren en ondernemers te maken krijgen met zo’n forse stijging? En wat kunt u als particulier of ondernemer hiertegen doen?

De WOZ-waarde

De Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) regelt dat gemeenten de waarde van onroerende zaken ieder jaar opnieuw vaststellen. Onroerende zaken zijn bijvoorbeeld woningen, bedrijfsgebouwen of stukken grond. De gemeente stelt de waarde van een huis of bedrijfspand vast door het te taxeren. De uitkomst van die taxatie is de WOZ-waarde van het pand.

De vaststelling van de WOZ-waarde gebeurt door de gemeentelijke heffingsambtenaar, die de WOZ-waarde van een onroerende zaak bekendmaakt aan de eigenaar in de zogenoemde WOZ-beschikking. Deze beschikking bevat naast de WOZ-waarde overige relevante gegevens, zoals de waardepeildatum en het kalenderjaar waarvoor de WOZ-waarde geldt.

De gemeente maakt de WOZ-waarde van een onroerende zaak meestal in de eerste acht weken van het jaar bekend. De WOZ-waarde, het taxatieverslag en de aanslag gemeentelijke belastingen kan men online raadplegen.

Onroerendezaakbelasting

De onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) wordt geheven over de WOZ-waarde van de onroerende zaken in een gemeente. Eigenaren – en in sommige gevallen de gebruikers van onroerende zaken – moeten elk jaar OZB betalen.

De WOZ-waarde van een onroerende zaak is bepalend voor het bedrag van de jaarlijkse OZB-aanslag. Het belastingbedrag wordt namelijk berekend door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met het gemeentelijke OZB-tarief. Dit tarief is een percentage van de WOZ-waarde. De gemeente stelt het tarief jaarlijks opnieuw vast in een verordening. Vaak is een dergelijke verordening online te raadplegen onder de naam: ‘Verordening onroerendezaakbelasting [naam gemeente + jaartal]’.

Gemeentewet

In artikel 220-220i Gemeentewet staan bijzondere bepalingen over de OZB. Het is op basis van deze artikelen dat gemeenten de bevoegdheid hebben om het tarief voor hun OZB vast te stellen.

De Gemeentewet onderscheidt twee soorten OZ-belastingen:

  1. Een eigenarenbelasting, die zowel over woningen als over niet-woningen wordt geheven. Deze belasting wordt opgelegd aan degene die op 1 januari van het betreffende belastingjaar eigenaar is van de onroerende zaak.
    1. Belastingplichtigen: eigenaren van huizen, kantoren, winkels, fabrieken, installaties en onbebouwde grond (onroerende zaken).
    1. Belastbaar feit: eigenaar zijn van een onroerende zaak op 1 januari.
    1. Heffingsmaatstaf: WOZ-waarde van de onroerende zaak.
    1. Tarief: percentage van de WOZ-waarde; differentiatie naar woningen en niet-woningen.
  2. Een gebruikersbelasting, alleen geheven over niet-woningen. Deze belasting wordt opgelegd aan degene die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van de onroerende zaak. Over het gebruik van een woning wordt géén OZBG geheven.
    1. Belastingplichtigen: gebruikers niet-woningen (onroerende zaak die niet tot woning dient of dienstbaar is aan woondoeleinden).
    1. Belastbaar feit: gebruiker zijn op 1 januari.
    1. Heffingsmaatstaf: WOZ-waarde van de onroerende zaak.
    1. Tarief: percentage van de WOZ-waarde.

Er bestaan dus drie soorten belastingplichtigen: Woningeigenaar, niet-woning eigenaar en niet-woning gebruiker. Voor iedere groep belastingplichtigen geldt een eigen tarief, het percentage waarmee de WOZ-waarde van de onroerende zaak wordt vermenigvuldigd om de verschuldigde OZB te berekenen.

Gevolgen voor u als ondernemer?

De tariefbepaling kan per gemeente flink verschillen, omdat gemeenten binnen redelijke grenzen de vrijheid hebben om hun OZB-tarieven zelf te bepalen. Zo kan het voorkomen dat de WOZ-waarde te hoog wordt ingeschat. Als dat het geval is, valt de OZB-aanslag soms ook te hoog uit. Ook wanneer de gemeente een fout maakt bij de vaststelling van het soort belastingplichtige waar zij de belasting aan opleggen, kan de OZB-aanslag ten onrechte hoger uitvallen.

De WOZ-beschikking en de OZB-aanslag zijn beide besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat daartegen bezwaar en beroep openstaan. Heeft u vragen over de hoogte van uw OZB-aanslag? Wij kunnen u van antwoord voorzien of adviseren over eventuele bezwaar- en beroepsmogelijkheden.

Catch Legal, Annick van der Harten

Heeft u vragen overgehouden na het lezen van deze blog of heeft u een andere bestuursrechtelijke vraag? Neem gerust contact met ons op.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal