Blurring in de praktijk

Mengvormen tussen winkels en horeca, ook wel ‘blurring’ genoemd, komt in de praktijk steeds vaker voor. Denk hierbij aan de boekwinkel waar ook een fles wijn kan worden gekocht of de kledingwinkel die zijn klanten een glas champagne aanbiedt. Maar is het experimenteren met blurring wel in overeenstemming met het recht? Op 30 maart 2016 heeft de rechtbank Overijssel zich hierover uitgesproken.

Discussie

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) heeft zich meermaals positief uitgelaten over dergelijke mengvormen omdat de huidige Drank- en Horecawet (hierna: DHW) volgens haar achterloopt bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Detailhandel krijgt steeds meer concurrentie van de verkoop via internet, met als gevolg dat ondernemers op zoek gaan naar nieuwe winkelbelevingen. De VNG is zelfs een pilot gestart waarbij gemeenten en ondernemers met blurring in de praktijk kunnen experimenten. De verantwoordelijk staatssecretaris is echter not amused over deze pilot en heeft de VNG dan ook verzocht om de pilot af te blazen. “De wet voorziet niet in een mogelijkheid voor experimenten. (..) Er is op dit moment geen sprake van een verruiming van de mogelijkheden om alcohol te schenken en te verstrekken.”, aldus staatssecretaris Van Rijn. De Koninklijke SlijtersUnie, een verenging die opkomt voor de belangen van slijters, heeft zelfs aangekondigd om aangifte te doen tegen de VNG wegens voornoemde pilot.

Uitspraak

Is een dergelijk pilot juridisch wel houdbaar? Een recente uitspraak van de rechtbank Overijssel schept duidelijkheid. Naar aanleiding van een verzoek om handhaving (ingediend door de eerdergenoemde SlijtersUnie) is door ambtenaren van de gemeente Zwolle geconstateerd dat door een winkelier niet alleen (culinaire)boeken, kranten en kantoorartikelen, maar ook licht alcoholische dranken worden verkocht. De verkoop van licht alcoholische dranken voor gebruik elders dan ter plaatse zonder slijtvergunning, is op grond van de DHW alleen toegestaan in supermarkten en warenhuizen met een levensmiddelenafdeling en zaken waar gerede eetwaren worden verkocht. Niet in geschil is dat de winkelier niet behoort tot een van de voornoemde zaken en dus sprake is van een overtreding van de DHW. Het verzoek om handhaving is door de burgemeester van de gemeente Zwolle afgewezen.

Gelet op de beginselplicht tot handhaving dient een bestuursorgaan dat bevoegd is om handhavend op te treden in beginsel van deze bevoegdheid gebruik te maken, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden die handhavend optreden zo onevenredig maken dat daarvan in het concrete geval moet worden afgezien. De burgemeester van Zwolle doet bij de afwijzing van het handhavingsverzoek een beroep op deze bijzondere omstandigheden, onder andere omdat de gemeente is aangemeld voor de VNG-pilot en hij meent dat mengvormen met deze pilot worden gedoogd. Bovendien is volgens de burgemeester geen sprake van aantasting van de (volks)gezondheid of de openbare orde.

De rechtbank trekt een streep door het standpunt van de burgemeester omdat de DHW geen wettelijke bepaling kent, waarin de mogelijkheid in het leven wordt geroepen om te experimenteren met lokale dan wel landelijke regelgeving in die zin dat overtreding daarvan kan worden toegestaan en van handhavend optreden kan worden afgezien. Hetgeen de rechtbank oordeelt is lijn is met het standpunt van de staatssecretaris, namelijk dat de DHW geen ruimte biedt voor experimenten.

Met de besproken uitspraak wordt duidelijk dat om blurring in de praktijk toelaatbaar te achten, de wetgeving hieromtrent dient te worden aangepast. Heel pragmatisch is dat misschien niet; met de pilot kan immers worden onderzocht of daadwerkelijk behoefte en draagvlak bestaat aan zulke mengvormen. Hoe dan ook, met de uitspraak in de hand wordt duidelijk dat de wetgever aan zet is.

Catch Legal, Merel Brinkman.

Meer weten? Neem gerust contact op.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal