Vuurwerkverbod oudjaarsnacht Hilversum definitief toegestaan

Nederlandse gemeenten met een vuurwerkvrije zone op oudjaarsnacht kunnen met een gerust hart de jaarwisseling tegemoet gaan. Niet alleen zal de gemoedsrust in deze zones niet verstoord worden door knallen en flitsen; sinds 14 december 2016 weten deze gemeenten dat een vuurwerkvrije zone ook de goedkeuring van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verdraagt.

Het college van burgemeester en wethouders van Hilversum (hierna: het college) had voor oudjaarsnacht 2014 een vuurwerkverbod ingesteld voor grote delen van het centrum. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) heeft met haar uitspraak (ECLI:NL:RVS:2016:3342) bepaald dat dit vuurwerkverbod rechtmatig was en maakt daarmee een einde aan een langdurige juridische strijd.

Het vuurwerkverbod was ingesteld middels een aanwijzingsbesluit van het college. Een aantal vuurwerkhandelaren was tegen dit aanwijzingsbesluit opgekomen, uit vrees dat voor omzetdaling als gevolg van het vuurwerkverbod. Nadat het vuurwerkverbod in bezwaar bij het college en beroep bij de rechtbank standhield, heeft nu ook de Afdeling geoordeeld dat dit vuurwerkverbod rechtmatig is.

Bevoegdheid
Ten aanzien van het instellen van vuurwerkvrije zones bepaalt artikel 2.7.3, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Hilversum 2010 (hierna: de APV) dat uitsluitend het college hiertoe bevoegd is.

Omdat tegen de vaststelling van de APV niet geprocedeerd kan worden en tegen het aanwijzingsbesluit wel, is het aanwijzingsbesluit de mogelijkheid voor de vuurwerkhandelaren om, over de bandbreedte van de exceptieve toetsing, de (on)verbindendheid van de APV aan de kaak te stellen. Bij exceptieve toetsing wordt via een concreet besluit een APV-artikel getoetst aan een hogere wettelijke regeling, en indien hiermee strijdig, onverbindend verklaard.

De vuurwerkhandelaren wezen op artikel 172, eerste lid, van de Gemeentewet, dat bepaalt dat de burgemeester is belast met de handhaving van openbare orde. Volgens de vuurwerkhandelaren komt het instellen van een vuurwerkverbod dan ook exclusief toe aan de burgemeester en niet aan het college.

Het college wees op artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet, dat bepaalt dat het college in ieder geval bevoegd is om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover dit niet bij of krachtens de wet aan de burgemeester is toebedeeld.

Valt het instellen van een vuurwerkvrije zone nu onder dagelijks bestuur of onder de handhaving van de openbare orde?

Voor een antwoord op deze vraag dook de Afdeling de totstandkomingsgeschiedenis van de Gemeentewet in. Daar vindt zij een antwoord op de vraag. Onder handhaving van de openbare orde moet worden verstaan het ‘feitelijk herstellen en bewaren’ van de openbare orde. En daarvan is volgens de Afdeling in dit geval geen sprake. Het instellen van een vuurwerkvrije zone valt volgens de Afdeling onder dagelijks bestuur en daarom was het college hiertoe bevoegd.

Vuurwerkbesluit
Een ander verweer van de vuurwerkhandelaren was dat het vuurwerkverbod in strijd zou zijn met het landelijke Vuurwerkbesluit. Dat besluit zou volgens de vuurwerkhandelaren een uniforme en uitputtende regeling zijn en daardoor tot onverbindendheid van het APV-artikel moeten leiden. Hier was de Afdeling echter snel klaar mee. In het Vuurwerkbesluit worden geen regels gegeven over het aanwijzen van plaatsen waar vuurwerk mag worden afgestoken. Het Vuurwerkbesluit is dus niet ‘uniform en uitputtend’ en het APV-artikel is derhalve niet in strijd met deze hogere regeling.

Belangenafweging
Bijzonder aan de uitspraak is verder nog dat de Afdeling, in tegenstelling tot de rechtbank eerder, wel van mening is dat het college een belangenafweging had moeten maken voorafgaand aan het instellen van een vuurwerkverbod. Deze belangenafweging zou er eentje zijn tussen het financieel belang van de vuurwerkhandelaren enerzijds, en het belang van het voorkomen van gevaar, schade en overlast door het afsteken van vuurwerk in de binnenstad anderzijds. De Afdeling plaatst het laatstgenoemde belang boven het financiële belang van de vuurwerkhandelaren.

Definitieve duidelijkheid?
De uitspraak van de Afdeling lijkt de opmaat te zijn naar meer vuurwerkvrije gebieden en wellicht zelfs wel een algeheel vuurwerkverbod in Nederland. Dit jaar zijn in 77 Nederlandse gemeenten, waaronder de vier grote steden, één of meerdere vuurwerkvrije zones ingesteld, zo blijkt uit onderzoek van NU.nl.[1] Uit een peiling van EenVandaag blijkt dat driekwart van de ondervraagden vuurwerkvrije zones toejuicht.[2] In Het Parool zegt Ineke Strouken van Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed echter: “Afsteken van vuurwerk met oud en nieuw staat op de lijst van immaterieel erfgoed in Nederland. We hebben duizenden mailtjes gehad van Nederlanders die vonden dat vuurwerk op de lijst moet. Dat waren er twee keer zoveel als bij andere onderwerpen. Dat gebeurde verder alleen bij Zwarte Piet. Deze mensen vinden dat vuurwerk afsteken onderdeel is van onze identiteit. Als de overheid dit onmogelijk maakt, ervaren zij dat als ‘afpakken van een traditie’ en dat roept emoties op, net als bij Zwarte Piet.”[3]

Of dit het einde of juist het begin van de discussie over vuurwerkverboden is, moet dus nog blijken. Met de uitspraak van de Afdeling is in ieder geval definitief duidelijkheid gekomen over de rechtmatigheid van vuurwerkvrije zones, omdat tegen de uitspraak geen rechtsgang meer openstaat.

Catch Legal
Meer weten? Neem gerust contact op.

[1] http://www.nu.nl/jaarwisseling/4371045/tientallen-gemeenten-stellen-vuurwerkvrije-zone-in-tijdens-jaarwisseling.html.

[2] http://www.eenvandaag.nl/uploads/doc/Rapportage%20vuurwerk%202016.pdf.

[3] http://www.parool.nl/amsterdam/hoe-lang-mag-dat-geknal-met-vuurwerk-op-straat-nog~a4441310/.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal