Wijzigingsbesluit om snorfietsers van het verplichte fietspad te weren; wat schieten wij er mee op?

Scooters die over het fietspad scheuren en kriskras inhalen zijn voor veel fietsers een grote ergernis. Door de drukte op het fietspad kunnen daarnaast ook gevaarlijke situaties ontstaan. In veel gemeenten wordt de bromfiets al van het fietspad geweerd, maar snorfietsen mogen gewoon nog gebruik maken van het fietspad. Daar lijkt nu verandering in te komen. In 2015 is door middel van een motie van de Tweede Kamerleden Hoogland en Van Veldhoven de eerste aanzet gegeven om de problematiek rond snorfietsen op het fietspad aan te pakken. Naar aanleiding van de motie heeft de toenmalige Minister van IenW Melanie Schultz (de Minister) een wijzigingsbesluit in procedure gebracht voor het wijzigen van bestaande regelgeving waardoor een grondslag wordt gecreëerd voor het weren van snorfietsen van het fietspad. Na een positieve advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is het wijzigingsbesluit in definitieve vorm vastgesteld. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 juli 2018.

In dit artikel wordt op de inhoud van het wijzigingsbesluit nader ingegaan. Voor de juiste context wordt eerst een overzicht gegeven van de huidige regelgeving. De vraag die in dit artikel centraal staat, is wat wij nou eigenlijk opschieten met dit wijzigingsbesluit?

Huidige regelgeving

De term ‘scooters’ is een containerbegrip. De wet maakt namelijk een onderscheid tussen bromfietsen en snorfietsen. Kenmerkend aan de bromfiets is dat deze een door de constructie bepaalde maximumsnelheid heeft van 45 km/h en voorzien is van een gele kentekenplaat. In het straatbeeld zien wij veelal bromfietsen met twee wielen, maar een voertuig met vier wielen zou ook binnen de beschrijving kunnen vallen. De snorfiets is geconstrueerd voor een maximumsnelheid van 25 km/h en heeft een blauwe kentekenplaat.

De relevante verkeersregels staan in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). Het RVV 1990 geeft algemene verkeersregels voor de plaats op de weg en de maximumsnelheid voor de verschillende weggebruikers. Het BABW geeft regels over het gebruik van verkeersborden en onderborden.

Verkeersregels
Per type pad staan de huidige verkeersregels voor de bromfiets en de snorfiets voor wat betreft de plaats op de weg en de maximumsnelheid in de onderstaande tabel:

* De verkeersborden staan in Bijlage 1 bij het RVV 1990. De onderborden zijn in principe vormvrij, mits deze aan de voorwaarden van artikel 8 van het BABW en artikel 67 van het RVV 1990 voldoen.
** Voor de snorfietsers gelden de verkeersregels zoals die ook gelden voor fietsers [zie artikel 2b van het RVV 1990].
*** De snorfietser mag gebruik maken van het onverplichte fietspad. In artikel 5, lid 3 van het RVV 1990 staat expliciet dat snorfietsers met een verbrandingsmotor dit alleen mogen met uitgeschakelde motor. Snorfietsen met een elektrische motor mogen dus gewoon over het onverplichte fietspad rijden.

Het verkeersbesluit

Hoe wordt nu juridisch besloten of ergens een fiets/bromfietspad komt te liggen of bijvoorbeeld een onverplicht fietspad? Het antwoord op deze vraag is door middel van een verkeersbesluit van de wegbeheerder. Het verkeersbesluit strekt dan tot de plaatsing en/of verwijdering van verkeersborden en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd [zie artikel 15 van de Wvw 1994 en artikel 12 van het BABW].

Verkeersbesluiten worden genomen door de wegbeheerder. Dat kan de Minister zijn (bij wegen onder het beheer bij het Rijk), Gedeputeerde Staten (Provincie) of het algemeen bestuur dan wel het dagelijkse bestuur (waterschap). Indien geen sprake is van een de drie voorgaande situaties, is het college van burgemeester en wethouders (het college) de wegbeheerder. In dat geval kan ook bij besluit van het college een ingestelde bestuurscommissie als wegbeheerder aangewezen worden.

Het bevoegde gezag kan een verkeersbesluit niet zomaar nemen. Een verkeersbesluit moet namelijk noodzakelijk zijn vanuit veiligheids- en/of milieuoverwegingen [zie artikel 2 van de Wvw 1994]. Een verkeersbesluit kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn voor het verzekeren van de veiligheid op de weg of voor het voorkomen of beperken van de door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade aan het milieu (in de zin van de Wet milieubeheer).

Het bovenstaande komt ook terug in de motivering van de verkeersbesluiten. Het verkeersbesluit begint steevast met het noemen van de bevoegdheid gevolgd door de grondslagen waarop het verkeersbesluit is genomen. Bij de ‘kleinere’ verkeersbesluiten wordt vaak volstaan met het noemen van de Wvw 1994, het RVV 1990 en het BABW. Indien een verkeersbesluit voor de bestuursrechter komt, zal de bestuursrechter het verkeersbesluit terughoudend toetsen.

Toekomstige regelgeving

Op basis van de huidige wetgeving is het al mogelijk om snorfietsen met een ingeschakelde verbrandingsmotor naar de rijbaan te verwijzen. Dat kan door bij verkeersbesluit het bord G11 te wijzigen naar het bord G13. Het verplichte fietspad wordt zo een onverplicht fietspad. Zo eenn maatregel zou alleen niet passend zijn voor de problematiek zoals beschreven in de inleiding van dit artikel. Op het onverplichte fietspad mogen namelijk nog wel snorfietsen met een elektrische motor rijden. Daarnaast geldt  geen helmplicht voor de bestuurder. De snorfietser (met ingeschakelde verbrandingsmotor) kan dan vanwege de veiligheid alleen naar rijbanen worden verwezen waar de maximumsnelheid 30 km/h is. Op de plaatsen waar de problemen spelen is de maximumsnelheid op de aanwezige rijbanen echter veelal 50 km/h.

Het wijzigingsbesluit moet het gewenste maatwerk mogelijk maken. Zo wordt aan artikel 8, tweede lid, van het BABW een onderdeel f toegevoegd met de strekking dat bij het verkeersbord G11 (het verplichte fietspad) een onderbord kan worden geplaatst waarop staat aangegeven dat het gebruik van het fietspad niet is toegestaan voor snorfietsen. Voor een dergelijk onderbord dienen de bijzondere redenen ingevolge het nieuwe artikel 14a van het BABW in het verkeersbesluit te worden vermeld. Daarbij geldt de eis dat het onderbord noodzakelijk is vanwege de grote drukte op een fietspad of vanwege de grote drukte binnen een gebied met meerdere fietspaden en voor het verzekeren van de veiligheid op de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg.

Ook het RVV 1990 wordt aangepast; aan artikel 5 wordt een achtste lid toegevoegd, luidende dat  “bestuurders van snorfietsen de rijbaan gebruiken indien dit bij verkeersbesluit, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet, is bepaald en bij het verkeersteken dat het verplichte fietspad aangeeft een onderbord dit aanduidt”. Door de aanpassing van het RVV gaan de nieuwe verkeersregels rechtstreeks gelden voor snorfietsers.

Noemenswaardig is nog de wijziging van artikel 60, tweede lid, onder a, van het RVV 1990. In het geval dat artikel 5, achtste lid van het RVV 1990 van toepassing is, gaat een helmplicht gelden voor zowel de bestuurder als de passagier van de snorfiets.

De gemeente Amsterdam heeft al aangegeven gebruikt te gaan maken van de nieuwe regelgeving. Er wordt één verkeersbesluit genomen om de snorfiets naar de rijbaan te verwijzen. Het  ontwerpverkeersbesluit wordt op 14 augustus 2018 voor een periode van zes weken ter inzage gelegd en gedurende deze periode kan een ieder een zienswijze naar voren brengen. Daarna wordt het verkeersbesluit vastgesteld, waarna belanghebbenden nog zes weken de tijd hebben om in beroep te gaan. Naar verwachting kan begin 2019 die nieuwe situatie ingaan waarbij snorfietsers naar de rijbaan moeten. Het is nog niet bekend op welke verplichte fietspaden in Amsterdam dit verkeersbesluit betrekking heeft.

Verplaatsing van een probleem?
Wanneer snorfietsers op de rijbaan moeten rijden met helm, kan alleen wel een nieuw probleem ontstaan. Met de nieuwe wet blijft de maximumsnelheid voor snorfietsen op de rijbaan 25 km/h. Daardoor kunnen grote snelheidsverschillen ontstaan tussen snorfietsers en andere weggebruikers met mogelijk onveilige situaties tot gevolg. Dit bezwaar is ook geuit in de internetconsultatie en in een motie van de Tweede Kamerleden Dijkstra en Von Martels voorafgaand aan de nieuwe wet. In de nota van toelichting op het wijzigingsbesluit merkt de Minister op dat juist vanwege de veiligheid de helmplicht wordt ingevoerd. Daarnaast hebben wegbeheerders de mogelijkheid om met een apart verkeersbesluit de maximumsnelheid voor motorvoertuigen op de rijbaan naar 30 km/h te brengen. Het is aan de wegbeheerder om in te schatten of een dergelijke aanvullende maatregel nodig is.

Conclusie

Aan het begin van dit artikel is de vraag gesteld wat wij nou eigenlijk opschieten met het wijzigingsbesluit. Met het wijzigingsbesluit wordt een passend instrument geboden om snorfietsen van het verplichte fietspad te weren. Dit kan de doorstroming en de veiligheid op het verplichte fietspad bevorderen. Het lijkt er echter op dat op deze manier een probleem wordt verplaatst. Op de rijbaan blijft de maximumsnelheid voor snorfietsers 25 km/h. Dat heeft tot gevolg dat nu de snorfietsers de tragere en kwetsbaardere verkeersdeelnemers worden. Weliswaar wordt een helmplicht ingevoerd en kunnen wegbeheerders met een apart verkeersbesluit de maximumsnelheid voor motorvoertuigen op de rijbaan terugbrengen naar 30 km/h, maar dit geeft nog onvoldoende zekerheid dat onveilige situaties ook daadwerkelijk voorkomen gaan worden.

In ieder geval heeft de gemeente Amsterdam al aangegeven gebruik te maken van de nieuwe wet. De nieuwe situatie waarin snorfietsers op de rijbaan rijden, moet begin 2019 ingaan. Tot die tijd is het afwachten hoe de nieuwe regelgeving gaat uitpakken.

Catch Legal

Heeft u vragen over het wijzigingsbesluit of over overige wet- en regelgeving geldend binnen de gemeente Amsterdam? Neem gerust contact op met een van onze bestuursrecht juristen.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal