Vernietiging bestemmingsplan ‘Wilhelminahaven’ gemeente Oosterhout

De kracht van het zorgvuldigheidsbeginsel in het bestuursrecht blijkt eens te meer uit de uitspraak van 3 augustus 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2156) van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beginsel is deels opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (zie artikelen 3:2, 4:2, tweede lid en 4:7 tot en met 4:12) en wordt voor het overige deel ingekleurd in de jurisprudentie. Kortweg vergt het beginsel van een bestuursorgaan, zoals de gemeenteraad van de gemeente Oosterhout, dat een besluit met de nodige zorgvuldigheid wordt voorbereid en genomen. Ook op het besluit tot het vaststellen van een bestemmingsplan is het zorgvuldigheidsbeginsel van toepassing.

Bestemmingsplan

Een bestemmingsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Met het plan wijst de gemeenteraad bestemmingen aan binnen een bepaald gebied binnen de gemeentegrenzen. Dit houdt in dat wordt aangegeven wat op een bepaalde grond mag worden gebouwd en welke activiteiten daarop mogen plaatsvinden. Het bestemmingsplan en de daarbij gegeven bestemmingen en regels mogen niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening. Voor de bepaling wat in het specifieke geval moet worden verstaan onder een goede ruimtelijke ordening dient men alle relevante ruimtelijke belangen te betrekken. De gemeenteraad moet daarom gelet op het zorgvuldigheidsbeginsel bij het opstellen van een bestemmingsplan alle relevante feiten vast te stellen en de nodige kennis te vergaren over de af te wegen belangen (zie bijv. ABRS 30 april (ECLI:NL:RVS:2014:1512) en ABRS 17 december 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:4555).

Uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

In Oosterhout zag de gemeenteraad de bestemming van de Wilhelminahaven al voor zich: honderden woningen, waarvan een deel gestapeld met een maximale hoogte van 22 meter en een hoge woontoren met een maximale hoogte van 40 meter. Om dit project mogelijk te maken werd het bestemmingsplan ‘Wilhelminahaven’ vastgesteld. Omwonenden kwamen tegen dit bestemmingsplan in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling). Zij voerden onder meer aan dat de gemeenteraad in de belangenafweging over het toestaan van de hoge woontoren onvoldoende rekening heeft gehouden met de schaduwhinder en aantasting van de privacy. De Afdeling gaat niet mee in dit betoog. Volgens de Afdeling dienen omwonenden die in een stedelijk gebied wonen rekening te houden met stedelijke ontwikkelingen in de directe omgeving van de woning. Daarentegen gaat de Afdeling wel mee in het betoog van de omwonenden dat onvoldoende onderzoek was verricht naar de windhinder en de verkeerstoename die veroorzaakt zou worden door de komst van de woningen en de woontoren. Wat betreft de windhinder had de gemeenteraad een notitie van een adviesbureau bij het bestemmingsplan gevoegd waarin stond dat windhinder door de woontoren kon optreden en dat daarom een windklimaatonderzoek moet worden uitgevoerd. De gemeenteraad heeft vervolgens nagelaten om daadwerkelijk een windklimaatonderzoek uit te voeren voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan. De motivering ontbreekt waarom van dit onderzoek werd afgezien. De Afdeling acht, gelet op deze omstandigheden, de oprichting van de woontoren, onzorgvuldig. Ook voerden de omwonenden aan dat er een verkeerstoename zou ontstaan door de komst van de woningen en dat de raad had nagelaten de negatieve gevolgen voor de verkeerssituatie te onderzoeken. De Afdeling volgt dit standpunt. Het enkele voornemen van de raad tot het treffen van maatregelen om de doorstroming te verbeteren, is onduidelijk en onzeker. De gemeenteraad had, naar aanleiding van de diverse verkeersonderzoeken, beter moeten onderbouwen dat de verkeerstoename door het plan niet tot onaanvaardbare gevolgen voor de doorstroming van het verkeer zou leiden.

Conclusie

Het gehele bestemmingsplan wordt vernietigd wegens strijd met de wet en de in het bestuursrecht geldende beginselen. Het niet voldoen aan het zorgvuldigheidsbeginsel, inhoudende gebrekkig onderzoek naar de mogelijke overlast, is daarbij voor de gemeenteraad de grootste boosdoener. Deze uitspraak heeft tot gevolg dat de gemeenteraad van Oosterhout de komende tijd aan de slag moet om een nieuw bestemmingsplan op te stellen.

Catch Legal

Meer weten? Neem gerust contact op.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal