Nieuwsflits: intrekken omgevingsvergunning is mogelijk als niet tijdig gebruik wordt gemaakt van de vergunning

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft in een recente uitspraak van 27 december 2017 nogmaals uitgelegd dat bij het niet tijdig gebruik maken van een omgevingsvergunning deze door het gemeentebestuur kan worden ingetrokken. Wat in ieder geval als ‘tijdig’ wordt beoordeeld, staat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Zo volgt bijvoorbeeld uit artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wabo dat afhankelijk van de omgevingsvergunning deze na drie jaar of 26 weken kan worden ingetrokken. Bij het niet gebruiken van de vergunning zou het bijvoorbeeld kunnen gaan om het niet starten met bouwen. Als de vergunninghouder geen of niet tijdig gebruik maakt van de omgevingsvergunning, dan kan dat aan de vergunninghouder worden toegerekend. Als de vergunninghouder vervolgens niet aan kan tonen dat op korte termijn alsnog de omgevingsvergunning zal worden benut, dan is dat volgens de Afdeling voldoende reden om de omgevingsvergunning in te trekken. Bij het vervolgens daadwerkelijk intrekken van een omgevingsvergunning, moeten wel alle belangen van de betrokkenen tegen elkaar worden afgewogen.

In de praktijk zou het kunnen gaan om een omgevingsvergunning voor het vergroten van een woning. Als u als vergunninghouder van deze vergunning de termijn in artikel 2.33 van de Wabo ongebruikt laat verstrijken, kan het gemeentebestuur besluiten om de omgevingsvergunning in te trekken. U hebt dan wel de mogelijkheid om uw zienswijze (mening) te geven alvorens het gemeentebestuur daadwerkelijk over kan gaan tot intrekking van de omgevingsvergunning.

Meer informatie? Zie ook onze pagina over Omgevingsrecht of neem contact op met een van onze juristen.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal