Nieuwsflits: volledig reserveren is geen zaalhuur

Aan de Zeeburgerdijk in Amsterdam is Bar Restaurant Pompstation gevestigd met aan de achterzijde van het restaurant een terras. Op 24 augustus 2013 is het restaurant deels verhuurd voor een huwelijksfeest. De bruiloftsgasten gebruiken daarbij ook het terras aan de achterzijde. Omwonenden betogen dat sprake is van zalenverhuur (in het bestemmingsplan ‘horeca IIa’) en dat het gebruik van het terras voor zalenverhuur in strijd is met het bestemmingsplan (en overigens ook de exploitatievergunning). Het restaurant mag wel worden gebruikt voor zalenverhuur, maar het terras niet omdat ter plaatse van het terras de aanduiding horeca IIa ontbreekt, aldus omwonenden. De relevante passage uit het bestemmingsplan luidt; verhuur van zalen aan gezelschappen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van eten en drinken. Omwonenden dienen dan ook een verzoek tot handhaving in bij het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Oost van de gemeente Amsterdam (verder: het dagelijks bestuur).

Op 14 oktober 2013 wijst het dagelijks bestuur het verzoek tot handhaving af. De tegen dat besluit gemaakte bezwaren van omwonenden worden op 19 juni 2014 ongegrond verklaard. Omwonenden gaan met succes tegen dat besluit in beroep bij de rechtbank Amsterdam (verder: de rechtbank). De rechtbank overweegt dat het terras door de bruiloftsgasten ten tijde van het huwelijksfeest op 24 augustus 2013 in strijd met het bestemmingsplan is gebruikt omdat het terrasgedeelte onlosmakelijk met het restaurant is verbonden. Het dagelijks bestuur had derhalve handhavend moeten optreden.


Situatieschets (maps.google.nl) en een uitsnede van de plankaart (ruimtelijkeplannen.nl).

Pompstation en de burgemeester menen dat in het restaurant noch op het terras sprake is geweest van zalenverhuur en stellen hoger beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling). Op woensdag 4 juli 2018 heeft de Afdeling uitspraak gedaan (ECLI:NL:RVS:2018:2221).

De Afdeling buigt zich over de vraag of ter plaatse van een terras sprake kan zijn van zalenverhuur en of er bij het huwelijksfeest überhaupt sprake is geweest van zalenverhuur.

Met betrekking tot de eerste vraag is de Afdeling van oordeel dat het woord ‘zaal’ in het geval van een terras niet te letterlijk moet worden genomen. Ondanks het feit dat op een terras feitelijk geen zaal aanwezig is, is het niet ondenkbaar dat de enigszins afgesloten en afgebakende ruimte waarop het terras zich bevindt, zou kunnen worden verhuurd aan een gezelschap. Het gebruik van een terras voor horeca IIa is dus mogelijk.

Voor de handhavingszaak is echter het antwoord op vraag twee doorslaggevend. De Afdeling is van oordeel dat zalenverhuur, als bedoeld in horeca IIa, het aan derden in gebruik geven van een zaal onder betaling van huurpenningen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van eten en drinken, is. Voor het huwelijksfeest waren weliswaar alle tafels gereserveerd, maar er werd geen huur of andere extra kosten in rekening gebracht. De situatie dat maar één gezelschap van het restaurant gebruik maakt, maakt niet dat het gebruik van het restaurant in relevant opzicht verschilt van de situatie dat de tafels door verschillende groepen worden gebruikt. Het reserveren van alle tafels door één groep maakt niet dat sprake is van gebruik voor horeca IIa, aldus de Afdeling. Ook het terras is om die reden niet in strijd met het bestemmingsplan gebruikt. De beroepen zijn gegrond.

Tot slot wijst de Afdeling op het feit dat dat op grond van de exploitatievergunning zalenverhuur niet is toegestaan. Een (mogelijk) toekomstige wijziging van de exploitatievergunning betekent nog niet dat het terras ook mag worden gebruikt voor zalenverhuur. Het restaurant kan in dat geval dus niet inclusief het terras worden verhuurd.

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal