Zandvoort versus milieuorganisaties: de tweede ronde

Op 1 november 2019 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot Circuit Park Zandvoort. Wederom zijn de verzoeken van verschillende milieuorganisaties door de voorzieningenrechter afgewezen (ECLI:NL:RBNHO:2019:9146).

Slechts drie dagen na de eerste uitspraak kon het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (hierna: GS) zich afgelopen vrijdag opnieuw bij de rechtbank melden. Ditmaal moest GS zich verweren tegen de argumenten aangevoerd door Stichting Duinbehoud en Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. (hierna: de organisaties).  De door GS verleende vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) van dit najaar is volgens de organisaties niet toereikend voor het organiseren van de Grand Prix. Het naastgelegen Natura 2000-gebied zal door de stikstofuitstoot door de Grand Prix en de  voorbereidingen hiervan worden aangetast. De organisaties voeren aan dat het deskundigenrapport niet deugt en dus niet ten grondslag kan liggen aan de verleende Wnb-vergunning. De voorzieningenrechter buigt zich over de vraag of Circuit Park Zandvoort (hierna: CPZ) beschikt over dekkende vergunningen met betrekking tot de organisatie van de Grand Prix en of een passende beoordeling van de gevolgen voor het Natura 2000-gebied is vereist. Tenslotte beoordeelt de voorzieningenrechter of het deskundigenrapport ten grondslag mocht liggen aan de verleende Wnb-vergunning.

Het oordeel van de voorzieningenrechter

GS heeft op grond van artikel 2.7 lid 2 van de Wnb op 25 oktober 2019 de Wnb-vergunning verleend aan CPZ voor de organisatie van de Grand Prix en de voorbereidingen daarvan. De Wnb-vergunning is verleend ter bescherming van het Natura 2000-gebied “Kennemerland-Zuid”. Naast deze vergunning beschikt CPZ over nog twee vergunningen: een vergunning van 25 september 1997 op grond van de Wet milieubeheer voor het organiseren van raceactiviteiten én een vergunning van 27 september 2011 op grond van de (inmiddels vervallen) Natuurbeschermingswet die ziet op het organiseren van UBO-dagen.  UBO-dagen zijn dagen waarop het circuit de standaard geluidsnorm mag overschrijden. Dit mag in totaal twaalf dagen per jaar.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de vergunningen uit 1997 en 2011 in zijn geheel dekkend zijn voor het organiseren van de Grand Prix. Op basis van deze vergunningen mag het circuit het gehele jaar door worden gebruikt voor diverse auto- en motorsportactiviteiten en andere (grootschalige) publieksevenementen. Onder deze evenementen vallen ook de UBO-dagen. De Grand Prix valt binnen deze twaalf UBO-dagen.

Met betrekking tot de passende beoordeling van de gevolgen voor het Natura 2000-gebied oordeelt de voorzieningenrechter dat deze niet is vereist, gelet op de Wnb.

Vervolgens buigt de voorzieningenrechter zich over de vraag of het deskundigenrapport ten grondslag mocht liggen aan de voorliggende Wnb-vergunning. Met betrekking tot dit rapport, dat ziet op de stikstofuitstoot van het circuit, oordeelt de voorzieningenrechter dat GS zich hierop heeft kunnen baseren bij het verlenen van de vergunning van 25 oktober 2019. In het rapport wordt de vergunde situatie uit 2011 vergeleken met de huidige situatie. Hieruit blijkt dat in de huidige situatie sprake is van een aanzienlijke vermindering van stikstofuitstoot ten opzichte van de situatie uit 2011. Daardoor zullen er geen significante effecten optreden in het Natura 2000-gebied “Kennemerland-Zuid”. De kritische kanttekeningen die hierbij worden geplaatst door de organisaties laten de voorzieningenrechter niet twijfelen aan de juistheid van het rapport.

De bespreking van de stikstofuitstoot laat de voorzieningenrechter voor wat het is, maar het geeft GS wel nog een standje met betrekking tot de langdurende bezwaarprocedure: “Het zou de provincie sieren wanneer die procedure net zo voortvarend ter hand wordt genomen als de vergunningverlening.”.

Finish?

Nu de rechtbank de verschillende milieuorganisaties voor de tweede keer in een week tijd in het ongelijk heeft gesteld, konden de werkzaamheden rondom het circuit afgelopen maandag van start gaan. Dit betekent niet dat er een einde is gekomen aan de juridische strijd met betrekking tot de Grand Prix. De twee bezwaarprocedures tussen GS en verschillende milieuorganisaties lopen nog. Tegen de beslissingen op bezwaar staan (opnieuw) rechtsmiddelen open.  Daarnaast moet er nog een omgevingsvergunning én een evenementenvergunning worden aangevraagd voor de Grand Prix. De weg naar de Grand Prix toe lijkt daarom net zo spannend als de daadwerkelijke race zelf. Wij houden u uiteraard op de hoogte van de gang van zaken!

Catch Legal

Het artikel over de eerste ronde kunt u hier vinden

Interessant artikel?

Deel op facebook
Deel op Twitter
Deel op Linkdin
Deel via mail

Gerelateerde berichten

Catch Legal