In de lente van 2016 is een aantal gemeenten met ondernemers een pilot gestart waarbij het ondernemers tijdelijk werd toegestaan om een mengvorm van winkel en horeca uit te voeren. De deelnemende gemeenten werden hierbij gefaciliteerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG). Doel hierbij was te onderzoeken in hoeverre mengvormen kunnen worden toegestaan en onder welke voorwaarden. De resultaten kunnen betrokken worden bij de herziening van de Drank- en Horecawet (hierna: DHW). Op 16 augustus 2017 heeft onderzoeksbureau Berenschot een eindrapport uitgebracht. Het rapport is op de slotbijeenkomst op 15 september 2017 bij de VNG gepresenteerd.
Mengvormen
Er zijn tal van mengvormen denkbaar en ontstaan in de afgelopen jaren. Zo is er de boekwinkel waar een glas wijn geschonken wordt of een café waar lokale snuisterijen gekocht kunnen worden. De meeste van deze mengvormen (ook wel blurring genoemd) zijn in strijd met de regels van de DHW. Verscheidene gemeenten hebben aangegeven te ervaren dat in hun wettelijke verantwoordelijkheid om toezicht te houden op de naleving van de regels van de DHW de economische belangen en belangen van winkeliers en horecaondernemers vaak op gespannen voet staan met een aantal verboden uit de DHW.
Onderzoeksvragen
Met de pilot wordt geprobeerd inzicht te krijgen onder welke voorwaarden het opheffen van die verboden in de DHW kan worden gerealiseerd. Bij de pilot is dan ook een aantal vragen gesteld (samenvattend):
- Welke beheersmaatregelen zijn er mogelijk om ongewenste effecten van de mengvormen te ondervangen?
- In hoeverre is het toestaan van de verschillende mengvormen uitvoerbaar geweest voor de gemeentelijke handhaving?
- Wat zijn de effecten van het toestaan van de mengvormen en hoe kunnen de positieve effecten worden versterkt?
- Welke mengvormen zijn in meerdere of mindere mate wenselijk om toe te staan?
- Welke elementen uit dit onderzoek kunnen worden gebruikt bij een eventueel wijzigingsvoorstel?
Om de vragen van een antwoord te kunnen voorzien is drie keer een vragenlijst uitgezet bij de deelnemende gemeenten en ondernemers.
De deelnemers zijn verdeeld in drie categorieën:
- Drankverstrekkende horeca (met vergunning) die producten (food, non-food/ alcoholische drank voor consumptie elders) verkoopt;
- Winkels, dienstverleners en niet drank-verstrekkende horeca die alcohol schenken of verkopen ter plaatse of alcohol verkopen voor consumptie elders;
- Slijters en wijnhandelaren met slijtersvergunning die proeverijen organiseren of alcohol schenken in hun eigen zaak.
Kritiek
Nadat de pilot is gestart, is meer dan de helft van de deelnemende gemeenten geconfronteerd met verzoeken om handhaving. Daarbij werd aan de burgemeester verzocht om de deelnemende ondernemer te gelasten de overtreding van de regels uit de DHW te staken en gestaakt te houden (zie onder andere ons blog over de uitspraak van 30 maart 2016 van de rechtbank Overijssel). In het eindrapport wordt van het starten van die gerechtelijke procedures wel melding gemaakt, een echte evaluatie daaromtrent blijft uit. Het is denkbaar, hoewel dat niet duidelijk blijkt uit het eindrapport, dat na de verzoeken om handhaving of mogelijke gerechtelijke procedures deelnemende ondernemers de pilot hebben verlaten.
Ook de demissionaire Staatssecretaris Van Rijn heeft zich kritisch uitgelaten over de pilot en de VNG verzocht de pilot te staken aangezien de DHW volgens hem geen ruimte biedt voor experimenten. De VNG heeft hierop gereageerd dat zij, kort gezegd, niet voornemens is de pilot te staken. De pilot is dan ook niet gestopt.
Conclusies eindrapport
De positieve effecten van de pilot zijn dat ondernemers meer beleving aan hun klanten kunnen geven, meer klantenbinding ontstaat door het realiseren van unieke concepten en dat de samenwerking binnen de gebieden wordt gestimuleerd. Als negatieve effect wordt gewaarschuwd voor de gevolgen voor de volksgezondheid. Om die te voorkomen is een aantal maatregelen verwoord in het eindrapport. Het goed blijven controleren op leeftijdsgrens en de ondergeschiktheid van het schenken van alcohol aan de hoofdactiviteit zijn twee van de maatregelen. De deelnemende gemeenten hebben aangegeven dat de toezicht en handhaving uitvoerbaar is. Een ruimere meerderheid (zowel gemeenten als ondernemers) heeft zich positief uitgelaten over het wettelijk toestaan dat niet-alcohol gerelateerde producten worden verkocht als nevenactiviteit en het schenken van alcohol om te proeven. Het schenken of verkopen van alcohol in het verlengde van de hoofdactiviteit (het schenken van alcohol bij een boekpresentatie, maar het niet verkopen van flessen wijn, de slijterij die, anders dan op verzoek van een klant, gratis laat proeven, maar niet tegen betaling alcohol schenkt) wordt eveneens positief ontvangen. Voor de categorieën waarbij winkels, dienstverleners of niet drank-verstrekkende horeca toch alcohol gaan schenken of verstrekken voor consumptie elders en slijters en wijnhandelaren die alcohol schenken in hun vestiging, is minder draagvlak vanuit de gemeenten.
De overgrote meerderheid van gemeenten en ondernemers is ervan overtuigd dat mengvormen mogelijk moet worden gemaakt in een aangepaste DHW.
Hoe nu verder?
De DHW is nog niet aangepast, wat betekent dat de meeste mengvormen thans in strijd zijn met de regels uit de DHW. Een ondernemer die handelt in strijd met de regels, kan geconfronteerd worden met handhaving. Uit de uitspraken die tijdens deze pilot door de rechtbanken zijn gedaan, blijkt ook, zoals in het algemeen geldt, dat er een beginselplicht tot handhaving bestaat. Dat wil zeggen, wordt door het gemeentebestuur een overtreding geconstateerd dat zal daar in beginsel tegen opgetreden moeten worden. De pilot was voor de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat sprake was van zulke bijzondere omstandigheden dat in het concrete geval van handhavend optreden kon worden afgezien.
In het eindrapport wordt de volgende handreiking gedaan om de wetgeving in de toekomst aan te passen. In de eerste plaats wordt opgemerkt dat algemene regels niet per definitie hoeven te worden opgenomen in een eventuele wijzigingswet. Het is mogelijk om te regelen dat die keuze wordt overgedragen aan de lokale overheid (zoals nu ook op sommige andere beleidsterreinen al gebeurt). De algehele conclusie is dat mengvormen niet de overhand moeten krijgen en dat derhalve een ondergrens wenselijk is. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van een maximale verhouding met het vloeroppervlak en/of een maximale verhouding met de omzet. Een gelijk speelveld is daarbij, aldus het eindrapport, wel van belang. Het is niet de bedoeling dat een lunchroom alcohol kan serveren zonder aan de bepaalde inrichtingsvereisten te voldoen die bijvoorbeeld wel gelden voor een café/restaurant. Dat zou immers oneerlijke concurrentie in de hand werken.
Mocht tot een aanpassing van de DHW komen en mengvormen in de toekomst (onder omstandigheden) mogelijk worden gemaakt, dan kunnen er andere regels zijn, zoals bijvoorbeeld het bestemmingsplan, die het uitvoeren van mengvormen niet mogelijk maakt.
Of de pilot uiteindelijk zal leiden tot een aanpassing van de DHW is thans nog onbekend. Wij houden u op de hoogte.
Catch Legal, Tanne van Wissen.
Heeft u vragen over bovenstaand artikel? Wij staan u graag te woord. Neem contact op met een van onze bestuursrecht juristen.